Statuten

1. De leden betalen het lidgeld in het begin van het schaatsseizoen. Doktersattest, inschrijvingsformulieren en pasfoto bezorgt men aan het clubbestuur vòòr eind december.
2. Nieuwe leden brengen deze formaliteiten in orde na drie proefbeurten.
3. De ijstrainingen beginnen stipt. Om zich volledig "trainingsklaar" te maken (outfit, materiaal, elementaire opwarming,.... voorziet men minstens een kwartier.
4. Tijdens de trainingen gehoorzamen de leden de bevelen van de trainer of zijn vervanger.
5. Men let uiterst nauwkeurig op het gebruik van de baan door de verschillende niveaugroepen.
6. Een degelijke helm, knie- en scheenbeschermers en handschoenen zijn verplicht.
7. Niemand verlaat het ijs tijdens de training zonder de toestemming van de trainer of zijn vervanger.
8. Babbeltjes met bezoekers aan de balustrade zijn niet toegestaan.
9. Tijdens de rustpauzes wordt er niet gestoeid. Men vermijdt maneuvers die de rijders van andere niveaus hinderen of in gevaar kunnen brengen.
10. Men zit niet op de balustrade of op de boardingbescherming.
11. De schaatsers moeten hun schaatsen goed onderhouden en regelmatig slijpen.
12. Iedereen helpt bij het plaatsen en wegbergen van de boardingbescherming.
13. Wanneer de dweilmachine nog aan het werk is, heeft niemand toegang tot de ijspiste zonder de instructies van de trainer. Wie met schoenen over het ijs loopt, moet deze eerst grondig schoonmaken.
14. De leden gedragen zich in alle omstandigheden op een wijze die de club geen nadeel kan berokkenen. Tegenover elkaar zijn zij sportief en respectvol. Tegenover de directie en het personeel van de ijsbaan zijn zij correct en beleefd.
15. Men behandelt het gehuurde materiaal met grote zorg. Het wordt aan de club terugbezorgd bij stopzetting van de trainingen en ten laatste onmiddellijk na de laatste training van het seizoen. Helmen van de club blijven steeds op de ijsbaan.
16. Niet bij de club aangesloten personen hebben geen toegang tot de clubkleedkamers zonder toestemming van het clubbestuur.
17. Clubleden die ingeschreven zijn voor een wedstrijd moeten hun eventuele afmelding motiveren.
18. Overgaan naar een andere club is slechts mogelijk in overleg met het clubbestuur. Men deelt zijn plannen schriftelijk mee aan het clubbestuur (decreet van 25 feb. 1975, art. 3. statuut van niet-betaalde sportbeoefenaar).
19. Bij overtreding van de hierboven vermelde regels kan men voor een of meer trainigen geschorst worden.
20. De eventuele overtreder krijgt de kans zich op een behoorlijke manier te verdedigen.
21. De verplaatsingen in clubverband (training in andere clubs en wedstrijden) gebeuren in de regel kostendelend